In Ospel hebben onverlaten van drie wegkruisen het
bronzen beeld gestolen. Had Jezus bij leven veel last van
de farizeeërs; bijna tweeduizend jaar later heeft zijn
afbeelding vooral last van de hoge metaalprijzen. Zelfs
vastgespijkerd is de Heer zijn plek niet zeker.
Het enige positieve dat over de criminelen te zeggen valt, is
dat ze de beelden netjes van de kruisen geschroefd
hebben. In de krant zei de koster van de kerk in Ospel dat
de dieven er hoogstens enkele tientjes aan overhouden.
Ook de opbrengst van een messing bel die eerder uit een
Mariakapel werd gestolen, zal mager zijn geweest.
Niet alleen in Limburg is het prijs. „Alles wat je kunt smelten,
wordt gestolen”, verzuchtte laatst een Belgische politieman.
Alle metalen die ginds niet door het wassende water zijn
meegesleurd, worden gejat. In België loopt een kerkhofdief
rond die al van 150 graven het kruis heeft gesloopt.
Intussen wacht de parochie in Ospel verder onheil niet af.
Zij heeft nu zelf in het buitengebied beelden van kruisen
gehaald. Jezus is naar een onderduikadres gebracht.
Wat is dit voor een wereld? Wat is dit voor een samenleving
waarin religieuze afbeeldingen die tot ons aller erfgoed
behoren, niet meer geëerbiedigd worden? Is het de
tijdgeest? Zou kunnen. Want ook voor de politie is dit klein
bier. Van het aards gezag hebben de boeven weinig te
vrezen. De Heer zal het straks weer zelf moeten doen. Hij
kan het crapuul het beste doorsturen naar de hel. Daar zijn
ze gespecialiseerd in smelten en hoge temperaturen.

Bron: Gerard Kessels, Dagblad De Limburger van dinsdag 3 augustus 2021, p.3.

Foto: Nederweert24